Sunday, March 2, 2008

Inspiratie

Reynolds: If your presentations, speeches, and your words in general are inspiring to others — or if you yourself are deeply inspired by the words of another — it's just a matter of time before someone emerges to dismiss the importance of such inspiration. It's just a matter of time before someone will try to bring you down. They will demean your enthusiasm, optimism, and hopefulness as symptoms of shallowness. Inspiration is OK, but "too much" inspiration is inconsistent, they will say, with the idea of serious content and a serious message. This, of course, is complete horseshitake.

Vorige week typte ik een stukje over de website TED. Een site vol met presentatie's en lezingen van mensen met passie voor hun vak. Mensen die via hun eigen vakgebied helpen de wereld weer een stukje beter te maken. Zoals ik al eerder zei: als ik weer eens die filmpjes bekijk krijg ik, in de woorden van mijn vriendje, een wollig gevoel.

Geinspireerd. Geraakt.

Op dezelfde website als waar ik bovenstaande tekst van heb gequote stond eerder een video van de yes we can speech van Barack Obama. Toen ik 'm zag kwam dat zelfde wollige gevoel. Het eerste wat ik wilde doen was blogger openen en de video linken in een blogje. Voor ik op blogger terecht kwam begon ik te twijfelen: ik laat alléén maar filmpjes zien de laatste tijd en misschien delen mensen mijn enthousiasme niet met zo'n speech.

Hij heeft het immers niet eens zelf geschreven, vast een heel team aan schrijvers gehad. Hij zit in het midden van een verkiezingscampagne, hij meent het toch niet. Cognitieve dissonantie begon me te helpen met het niet plaatsen van de video.

Mijn vriend schudde me wakker en zei dat ik me niet schuldig moest voelen als ik geinspireerd raak. Dat je die mensen moet negeren als ze je afkraken voor hoe jij je voelt door zo'n presentatie, speech of lezing.

Overigens ben ik niet de enige die geinspireerd raakte door die speech, en zo is bijgaand filmpje ontstaan. De tekst van de speech is misschien iets minder duidelijk, maar de gedachte komt denk ik wel over.